Actrice Daphne Wellens fier op 'Charlie en Hannah gaan uit'
Op 14 februari kwam ‘Charlie en Hannah gaan uit’ in de bioscoop waarin Daphne Wellens (29) met Hannah een hoofdrol vertolkt. De film heeft haar interesse voor gedurfdere projecten aangewakkerd en gaf zo mee vorm aan haar toekomstbeeld.
In een hippe koffiebar in Sint-Gilles, Brussel ontmoet
ik Daphne. Ze is mooi opgemaakt, draagt trendy kledij en begroet me hartelijk.
We bestellen matcha thee en proberen elkaar te verstaan boven een paar luide
Amerikaanse meisjes die naast ons waffles with
bacon and eggs eten.
In ‘Charlie en Hannah gaan uit’ speel je voor de
eerste keer een filmhoofdrol. Hoe was dit?
Doordat
ik nu met Hannah een hoofdrol had, durfde ik meer mijn ruimte te pakken. Als je
een gastrol hebt, moet je gewoon dienstbaar zijn aan het hoofdpersonage: de
zinnen aangeven en niet te veel de aandacht opeisen. Dat zorgt ervoor dat je
niet zo creatief bezig bent. Het was dus heel fijn om eens zelf het
hoofdpersonage te zijn. Ik ben ook heel vroeg betrokken geweest bij dit project
waardoor deze film me heel na aan het hart ligt.
Bij het vertolken van een hoofdpersonage komt heel wat
persaandacht kijken. Hoe ervaar je dit?
Ik
ben heel blij met de media-aandacht, omdat het een arthouse film is en er was
geen budget meer voor promotie. We hebben zelf onze ellebogen moeten gebruiken
om wat aandacht te krijgen. Het hielp dat Evelien (Bosmans) al wat bekender is
en meer connecties heeft. Hierdoor hebben we toch wat interviews vast gekregen.
Ik was dus vooral heel blij met de persaandacht. Die interviews zijn ook een
goeie oefening in loslaten. Je wordt geciteerd en ineens lijken de dingen die
je hebt gezegd veel ongenuanceerder of dommer. Maar we hebben nu eigenlijk wel
goeie ervaringen gehad met die geschreven interviews. Ik merk ook dat ik dit soort
interviews leuker vind dan gefilmde. Die zijn best wel eng.
De film is opgepikt door Slamdance. Zijn jullie
naar Amerika afgereisd?
(Kijkt
sip) Nee. Dat wouden we heel graag, maar er is geen geld van het festival uit
om alle hoofdrolspelers en regisseurs over te laten komen. Slamdance gaat door tijdens Sundance, één van de coolste
filmfestivals van het jaar. De helft van
Hollywood verblijft er op dat moment, een hotel boeken is dus niet te betalen.
Ik ga wel samen met Evelien naar San Jose, California voor Cinequest,
een ander filmfestival. Dat wordt deels vergoed voor ons door het VAF (Vlaams Audiovisueel Fonds).
Wordt de film goed ontvangen in het buitenland?
Er
zijn dingen die beter kunnen aan de film, maar hij is zo oprecht en anders en
dat wordt internationaal ook wel opgevangen. Toen ik tekende voor dit project
wist ik ook wel dat dit geen kasskraker ging zijn, daarvoor is hij te niche.
We kennen je ook van series als De Rodenburgs, Spring,
Spitsbroers. Hoe anders is het om in een film te spelen?
In
film is je lijn korter, wat maakt dat ik minder moeite had om geconcentreerd te
blijven. Het productiehuis Minds Meet liet Bert ook echt vrij. Er hoefden amper
compromissen te worden gemaakt. Ik merkte bij deze film heel erg dat ik mocht
meewerken aan iets waar de regisseur artistiek helemaal achter staat. En ikzelf
ook. Dat was een toffe nieuwe ervaring en ik wil niet meer gaan voor minder dan
dat (lacht). Maar ik wijt het verschil nier perse aan het verschil tussen serie
en film. Ik hoop dat er ook steeds meer gedurfdere dingen gaan gemaakt worden
in serie, want dat is nu wel big business met Netflix en dergelijke. Ik wil dus
best wel in series spelen, maar dan wel die van de gedurfde, eerlijke soort.
Op welke wijze ben je geëvolueerd als actrice?
Ik
ga, hoop ik, blijven evolueren. Ik weet niet of ik het groeien mag noemen, maar
toch in ieder geval veranderen. Spelen is moeilijk te vatten. Soms denk je dat
je het hebt gevonden “Zo functioneer ik als actrice”. En dat werkt dan eventjes
goed, maar ineens blijkt het toch niet meer zo goed te werken en dan moet je
aanpassen. Het blijft een zoektocht. Ik heb ondertussen wel aanvaard dat er geen
formule bestaat. Ik voel de laatste tijd ook dat ik veel meer richting aan het
krijgen ben, dat het duidelijk wordt voor mezelf wat ik wil. Ook omdat ik ouder
word en steeds meer zie als publiek. Ik voel daarnaast duidelijker als ik een
scenario lees en spreek met een regisseur waar ik potentieel in zie.
Weiger je nu projecten die niet binnen die richting
passen?
Als
het echt wringt, ja. Ik weiger vooral als ik voel dat ik er niet aan kan
bijdragen en als ik voel dat ik er geen inspiratie van krijg. Maar natuurlijk
moet je ook je huur kunnen betalen (lacht).
Op welke verwezenlijking ben je het meest fier?
Dat
is zeker op ‘Charlie en Hannah gaan uit’.
In ‘Charlie en Hannah gaan uit’ speelde je samen met
je goeie vriendinnen, Evelien Bosmans en Frances Lefebure. Maakt dit het
makkelijker of verval je daardoor makkelijk in je eigen doen i.p.v. in de rol
te kruipen?
Door
de mensen rondom je te hebben die je graag hebben en die jij zelf graag hebt,
creëer je een warme en vertrouwde omgeving. We zijn zolang met dit scenario
bezig geweest en hebben zoveel gerepeteerd dat ik op die set bijna meer
affiniteit had met mijn personage dan met mezelf. Het was niet zo dat ik te
snel in mezelf verviel door met vrienden te spelen. Daarnaast vind ik het ook
best mooi als je iets van de acteurs in het personage terugvindt. Ik ben het
immers die spreekt en beweegt, het is Daphne die Hannah citeert.
© Alexander Popelier
Is ‘Charlie en Hannah gaan uit’ een generatieportret
van de Vlaamse millenials?
Ik
denk wel dat dat een goeie omschrijving is. Het over zichzelf praten en het
zoekende zijn is heel typisch. Ookal vind ik het altijd moeilijk om er op die
manier over te spreken, want ik weet niet hoe het voelde om 28 te zijn in bv. de
jaren ‘70. Er zijn ook mensen van mijn ouders hun leeftijd die zich er toch
heel erg in herkennen. Wat ik merk is dat jongvolwassenen die in een stad wonen
zich er meer in herkennen dan diegene die op het platteland wonen.
Als je iets zou mogen herdoen uit het verleden, wat
zou dat dan zijn?
Niets
eigenlijk. Spijt is iets wat ik niet ken. Ik heb het idee dat je blijft groeien
door alle dingen die je gedaan hebt. Uit alle ervaringen valt wel iets te
leren.
Ik las in Humo dat je af en toe wel eens een
zelfhulpboek leest. Wat is zo je grootste werkpunt?
Er
is er wel meer dan een (lacht). Ik
merk dat ik moeite heb om in mijn kracht te blijven en mijzelf trouw te
blijven. Ik ben eens een tijdje werkloos geweest en de beslissing gemaakt om
niets te doen. Ik maakte geen lijstje met dingen die ik wou doen of lezen,
mezelf geen druk op te leggen om mailtjes te sturen. Gewoon ’s morgens wakker
worden en zien wat er gebeurt. Dat heeft ongelofelijk veel deugd gedaan. Door
dit een tijdje te doen is mijn drive helder geworden, is de richting die ik
uitwil ook meer ontstaan. En ik merk dat ik op mijn best ben als ik vanuit mijn
eigen kracht handel. Soms ga ik te veel met mijn aandacht naar de ander, wat
niet zozeer altruïstisch is, maar eerder dat ik mezelf ga bekijken door de ogen
van de ander en daardoor mij ga aanpassen. Dat werkt niet. Niet in castings,
niet in spelen, maar ook niet in het echte leven. Dat is ook niet
aantrekkelijk. Ik was laatst op een lezing van een casting director en die zei
dat je niet moet proberen om in een project te passen, je moet de beste versie
van jezelf tonen met jouw interpretatie van de rol. Je moet niet denken vanuit
wat zij nodig hebben. Zo moet je niet naar een casting waar ze een gemene chick zoeken met extra donker opgemaakte
ogen. Zo werkt dat niet. Wat zo leuk is aan die zelfhulpboeken, of misschien
beter levenswijshedenboeken, is dat je ze bijna allemaal kan toepassen op
spelen.
Kan jij goed om met de onzekerheid dat een acteerjob
met zich meebrengt?
Ik
geraak niet zo snel in paniek over werkloos zijn. In mijn omgeving merk ik wel
dat er tijdens een project al
gepanikeerd wordt over wat ze erna gaan doen. Ik heb dit niet, omdat ik mijn
richting ken en en ik ga proberen de
dingen te doen waar ik warm van word. Misschien lukt dat, misschien ook niet,
maar ik ga dat niet opgeven. In die zin kan ik wel om met die stress.
Wie is jouw grote voorbeeld?
Greta
Gerwig. Ze heeft onze leeftijd en je voelt dat zij ook steeds meer richting
krijgt. Ondertussen schrijft en regisseert ze ook. Het is heel
bewonderenswaardig wat zij doet. Ik heb haar zelf geregisseerde film Ladybird
gezien en hij is fantastisch. Als actrice kijk ik graag naar haar omdat je haar
ziet werken als ze speelt en dat levert een mooi resultaat. Ik vind haar een
heel transparante actrice.
Vroeger zong en danste je ook. Doe je dit nog?
Ik
zing nog vaak, thuis en in de auto (lacht).
Ik heb beide graag gedaan, maar dat waren niet mijn echte talenten. Ik denk
dat spelen me beter ligt en ik doe het ook liever. Voor dansen ben ik fysiek te
lui (lacht) en mijn zang is niet goed
genoeg. Maar ik doe soms wel audities waarbij ik ook moet zingen en heb al wat
muziektheater gedaan.
Dus voor een film als La La Land mogen ze wel nog
bellen?
(Begint te stralen)
Ja, dat zou ik direct doen. Het is ook zo een leuke film.
In Flow
magazine las ik dat er een Zweed is, Fredrik Härén, die iedere zomer een van zijn
privé-eilanden verhuurt aan creatievelingen om in alle rust te kunnen werken
aan hun creatie. Het kost niets om er een week te verblijven, je moet enkel een
goeie motivatiebrief sturen. Waaraan zou jij zo’n week op een onbewoond eiland
spenderen?
Oh my God, ik wil die informatie! Ik zou proberen
scenario’s te schrijven. De samenwerking met Bert (Scholiers), de regisseur van
‘Charlie en Hannah gaan uit’, gaat heel goed en wij zijn samen aan het
schrijven aan nieuwe dingen. We hebben ook al een stukje gedraaid, met ons
eigen geld. Dat is nu even stilgevallen en ik zou daaraan willen verder
schrijven op het eiland. Het gaat om een portret van een jonge vrouw. Ik ben
ook echt graag met tekst bezig. Ik kan niet perse goed schrijven, maar heb wel
veel ideeën. Die moet ik nog wat leren kanaliseren. Schrijven zal bij mij niet meteen
achter de computer gaan zitten zijn, maar meer wandelen op dat eiland en ideeën
krijgen en ’s avonds dan misschien wel enkele dingen gaan opschrijven. Ik merk
dat het niet werkt als ik me achter een computer zet en als de creativiteit dan
moet komen. Dus zo’n eiland, dat is fantastisch!
Wat staat er de
komende maanden nog op het programma?
In maart ga ik een animatieserie inspreken. Nadien ga
ik bij Comp.Marius een voorstelling spelen, als vervanging. Dat zal dus zonder
repetities moeten, gewoon tekst blokken en spelen. Daarna ga ik in Nederland
een serie opnemen. De casting director belde mij met de vraag of ik op auditie
wou komen, maar toen ik de beschrijving las dacht ik dat ik dat niet zou
kunnen. Die rol lag zover van mij. Het is ook een iets ouder personage. Maar na
de casting kreeg ik de rol. Dat wordt een heel uitdagend project. Ik merk ook
met ouder worden dat de rollen interessanter worden. Als jong meisje ben je de
dochter of liefje van, wat vrij inspiratieloze rollen zijn. Nu begin ik rollen
te krijgen van op zichzelf staande personages, wat het veel leuker maakt.
Als je droomt
over je toekomst, hoe ziet deze er dan uit?
Ik wil mooie dingen kunnen maken. ‘Charlie en Hannah
gaan uit’ heeft mij daarin geïnspireerd. Zowel in theater als in film. Ik wil
het allebei blijven doen. Ik ben ook heel graag met taal bezig en zou wel graag
in andere talen acteren. Een paar maand geleden heb ik een Engelstalige rol gedaan in Nederland. Ik vind dat heel tof. Ik wil graag de projecten volgen die ik interessant vind en dat kan dus ook
best internationaal. Vlaanderen is maar klein, he. Maar ik zou niet iets
internationaals verkiezen waar ik minder warm van word boven iets Vlaams dat
mij heel erg ligt. Het gaat over eerlijkheid, als je voelt dat er van de maker een
juiste drive is om een verhaal te vertellen. Daar wil ik in meegenomen worden.
Ik sta ook open voor alle genres, het is interessant om van alles wat mee te
krijgen. En op termijn zou ik ook wel dingen mee willen trekken, maar daar voel
ik me nu nog niet klaar voor.
Wat is jouw
levensmotto?
Ik zou graag meer carpe diem zijn. Ik ben best een
zenuwachtig persoon. Dat zit dan niet in de stress om geen werk te hebben, maar
in perfectionisme. Ik ben heel streng voor mezelf en daardoor ook soms voor
mijn omgeving. Ik weet dat mijn mentor bij het afstuderen in haar speech zei
“Daphne gaat altijd voor het beste en moet daar keihard voor werken en ze
verwacht hetzelfde van haar klasgenoten.” (kijkt
gegeneerd) Ik merkte dat ook wanneer we onze premières speelden. Iedereen ging
daarna pintjes drinken en bij mij was dat vijf minuten euforie en dan dacht ik
al “morgen moet het beter zijn”. Er is mij al gezegd dat ik beter wat minder
zou werken. Daardoor is die periode van rust die ik heb genomen ook wel goed
geweest. Werken moet niet vluchten worden. Maar dat doe ik intussen niet meer.
Mijn motto is: ik wil de dingen graag helder. Dat zou ik ook iedereen gunnen: helder
zijn. Maar morgen zeg ik waarschijnlijk weer iets anders (lacht).