Gzcht: fietsbodyguard
Je weet het bij de eerste blik op de fietsenstalling. Toch kijk je nog gehaast van links naar rechts en nog eens terug naar links, je hebt vast niet goed gekeken. Vervolgens loop je, met moed die al onder schoenzoolniveau is gezakt, stelselmatig het hele rek af. Bij de laatste fiets, die ook niet de jouwe blijkt te zijn, vervliegt je laatste nanopartikeltje hoop. Hij is weg. Foetsie. Je trouwe tweewieler heeft de benen genomen. Of liever: iemand met benen heeft je fiets genomen.
Mechelen is een fantastische stad. De straten zijn net, de barretjes hip, kleine bedrijfjes aarden hier lekker en helemaal-jouw-ding-evenementen doen je agenda overlopen en snoepen zoetjesaan je slaap af. Elk jaar krijgt je buurt er meer parken bij waar je gezellig kan picknicken, kubben en tijdschriften doorbladeren. Hier wonen voelt als een langgerekte vakantie. Auto’s worden geweerd voor rust en extra zuurstof. Ook jij hebt geen auto meer in de stad en probeert zo vaak mogelijk de trein te nemen – heerlijk ontspannend en o zo makkelijk, alle treinlijnen leiden naar Mechelen! – en natuurlijk ook de fiets: hét ideale vervoersmiddel voor deze kleine stad. Fietsstraten en fietspaden zorgen ervoor dat je zonder stressen van je fietsrit door de stad kan genieten. Tot je jouw fiets moet achterlaten. Wanneer je twee keer terugkomt bij de plek waar je jouw motorloze kompaan hebt achtergelaten om enkel maar een leegte aan te treffen, val je even van je Mechelse roze wolk.
En wat doe je als je roommate thuiskomt met een tweedehandsfiets, gekocht in Mechelen, met doorgeknipt slot? Dan word je boos. Best wel boos boos, naar jouw normen. Het liefste zou je tot de laatste van je dagen alleen maar het goede in je medemens zien, maar dan is het toch echt wel tijd om het fietsendiefstalprobleem grondig aan te pakken. Zelfs jouw geduld raakt ooit eens op.